taiwan uit en bali op
Door: Jan O.
Blijf op de hoogte en volg Jan
13 November 2012 | Oost Timor, Dili
Ik zit ondertussen in Dili, op (of in) Oost-Timor en morgen ga ik hiervandaan weer terug naar Bali. De verhalen over Zuid-Korea en Taiwan volgen nog, maar eerst neem ik jullie mee naar Bali.
Vandaag moet ik vroeg op, al om zes uur, en als ik ergens niet goed in ben, dan is het vroeg opstaan. Ik stel alle beschikbare alarmen in op 5.45 uur en skype bovendien met Dianne, om haar te vragen, mij om kwart voor elf ’s avonds “haar tijd” mij te bellen en mij zo om kwart voor zes “mijn tijd” wakker te bellen. Ik slaap slecht, maar om precies zes uur trek ik de deur van Homey Hostel in Taipeh achter me dicht. Het is nog donker als ik vijf minuten later bij de bushalte aan kom en de bus staat al te wachten. Het is een heel stuk naar het vliegveld en eenmaal onderweg begint het zachtjes te regenen. Om half acht zijn we bij de luchthaven en ik stap bij de verkeerde terminal uit, maar dankzij de oranje shuttle bus kom ik toch bij terminal 1 terecht.
De vlucht van Taipeh naar Djakarta duurt ruim vijf uur, waarvan ik mij van de eerste twee uur helemaal niks meer kan herinneren, waarschijnlijk omdat ik diepe slaap ben. Ik zit naast een jong stel uit Djakarta, die op vakantie naar Taiwan zijn geweest. In Djakarta is het even lastig om uit te vissen, hoe je bij de aansluiting naar Bali komt. Bovendien moet je hier een visum aanschaffen. Eerst een formulier invullen, dan 25 Amerikaanse Dollar dokken en met ingevuld formulier en de kwitantie krijg je bij de “immigrasi” (heb ik niet zelf verzonnen, zo heet het echt) een mooie plakker in je paspoort met bijbehorende stempels. De mevrouw wil het over een oude stempel heen plakken, maar na mijn protest zie ik pas, dat het visum tegenwoordig kleiner is en dus maar een halve pagina kost. Een bordje boven haar hoofd meldt, dat “bribing” (steekpenningen aanbieden) en “grafting” (steekpenningen aannemen) streng verboden is tegenwoordig; ‘k zou al niet durven en nu zeker niet meer!
Als ik al tig keer gevraagd heb naar de aansluiting naar Bali, komt er een mannetje aan die mijn grote tas onder zijn hoede neemt en zegt “30 minutes till boarding”. De bagage moet door zo’n doorkijk-apparaat en daarna verlangt mijn mannetje een “tip”, maar dat gaat helasi pindakasi (deze heb ik wèl zelf bedacht) niet door. Na een tijdje kom ik wel bij de goede gate aan, maar daar blijkt dat het boarden nog zeker een uur duurt. Verwarrend is ook dat het in Djakarta een uur eerder is dan in Taipeh, maar Bali wel dezelfde tijd heeft als Taipeh. Dus ik ge eventjes terug in de tijd, maar ’s avonds ben ik weer terug in mijn eigen tijd. Als het boarden zover is, blijkt ineens weer dat de gate gewijzigd is! Echt Indonesische toestanden dus! Na ruim anderhalf uur en één maaltijd, ongeveer net zo niet zo lekker als de vorige, zijn we in rond zeven uur in Bali. In Bali is het heel erg heet en vochtig.
Na het passeren van het groene bord “nothing to declare”, moet je door een lange gang met links èn rechts in totaal iets van 20 geldwisselaars, die om het hardst je aandacht proberen te trekken, maar helaas: ik heb niks te wisselen. Bij het hotel-info kantoortje probeer ik erachter te komen of iemand van het hotel me komt halen, maar dat zit er niet in! Ik moet maar een airport-taxi nemen en ik weet de gevraagde 10 dollar terug te brengen tot zes. Na het passeren van de parkeer-betaal-huisjes is het tot mijn stomme verbazing nog geen 400 meter naar het hotel. Geen wonder, dat ie gelijk instemde met die zes dollar. Dat is ook zwaar overbetaald voor de pakweg 1.5 km. Ik geef hem drie dollar, maar daar neemt hij geen genoegen mee. Hij wordt link en begint aan mijn bagage te rukken. Dus ik geef hem toch maar zijn 6 dollar(50.000 Rupiah).
Ik zit in kamer 101, van het Balira Airport-hotel. Da’s wel toevallig, want zo heet die hoge toren van Taipeh, waar ik vanochtend begonnen ben, ook. In dit geval omdat de toren 101 verdiepingen telt. Achterop bij de man van het hotel gaan we via een achteraf zigzag-straatje naar de ATM (de geld-uit-de-kast-machine) waar ik één en een kwart miljoen (1.250.000) Rupiah (ongeveer 100 Euro) rijker word. Ik loop het straatje uit en eet op de hoek een portie nasi (IDR 8000 ofwel € 0.65); ik neem er een flesje vruchtensap (en nog “one-for-the-road”) bij, die met zijn tweetjes € 1.20 kosten! Ik loop nog even terug naar het vliegveld, om te verkennen voor morgen, want dan vlieg ik naar Dili, Oost-Timor. Het is een kwartiertje lopen, dus dat is goed te doen.
Daarna wil ik nog graag het internet gebruiken, onder andere om een huurauto voor op Bali te regelen. Echter de WiFi is stuk (draadje gebroken? Oh nee, het is juist zonder draad), maar met kabel zou het wel moeten lukken. Na enige tijd heeft de dochter van de hotel-meneer het internet aan de praat, maar het lukt allemaal niet zo. Met mijneigen leptoppie gaat het wel, maar heeeeeeeel langzaaaaam; alsof Stoffel de enen en de nullen zelf door de kabel moet duwen!
Om elf uur rol ik mijn bed in, helemaal total loss na bijna 14 uur onderweg te zijn geweest. En de hitte en vochtigheid eisen ook hun in de vorm van een zeurende hoofdpijn. Ik besluit het ompakken (mijn grote tas blijft in Bali) naar morgen door te schuiven en val als een blok in slaap. Morgen is er weer een dag!
-
13 November 2012 - 16:50
Willem:
Gezellig verhaal Jan!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley